Nieuwsbrief September 2019
Genietend van de nazomer, mèt interessant pensioennieuws
Wijzigingen in een pensioenregeling leiden nog vaak tot (recht-)zaken, vooral over compensatie van de verschillen. De hoogte daarvan is afhankelijk van de gekozen rekensystematiek en de daarbij gekozen uitgangspunten. Dat zorgt nog te vaak voor rekenkundig touwtrekken. Vanaf 2020 is dat gelukkig vermoedelijk voor een groot deel verleden tijd. Wat speelt er?
Pensioenregelingen vergelijken was tot nu toe echt appels- en perenwerk. Immers, de ene regeling levert een vast en gegarandeerd pensioen op, de ander wel een vast maar niet gegarandeerd pensioen en de derde regeling is een belegd pensioen.
Met inachtneming van strenge voorwaarden mag een pensioenregeling worden gewijzigd. Dat bepaalt de Pensioenwet. In (rechts-) zaken over de toelaatbaarheid van een wijziging van de pensioenregeling en de eventuele compensatie voor de medewerkers is de rekenkundige kant te vaak een hot issue. Hetzelfde geldt voor de verplichte overgang van de ene pensioenregeling naar een andere, bijvoorbeeld na collectieve overgang naar een nieuwe werkgever.
Wat verandert er?
Vanaf 2020 geldt de ‘Uniforme Reken Methodiek’ ofwel ‘ URM’. Daarin hebben stakeholders waaronder de Pensioenfederatie, de Rijksoverheid, AFM en DNB uitgangspunten voor opstelling van Uniforme Pensioen Overzichten (UPO’s) vastgesteld. Een UPO is overzicht dat iedere deelnemer aan een pensioenregeling wettelijk een keer per jaar moet krijgen. Daarop staan zijn / haar opgebouwde pensioenaanspraken en zijn / haar bereikbare aanspraken op ouderdoms- en partnerpensioen. De nieuwe achterliggende rekentechnieken en bijbehorende minimale en maximale uitgangspunten van rekenrentes en rendementen in de URM kunnen bij het vaststellen van compensatie goed van pas komen.
Ook zo’n zaak? Bel of mail Bart Jan gewoon voor een aansprekende reken aanpak.
De Brexit – problematiek vraagt in de meeste bedrijven en sectoren veel aandacht, ook in de pensioensector. Ik wil uw aandacht echter graag vestigen op een minstens even belangrijke internationale zaak: een rechtszaak die bekend is onder de naam Euronext. Euronext is een internationale, pan-Europese beursmaatschappij die in 2000 ontstond door de fusie van de beurzen van Parijs, Brussel en Amsterdam. De pensioenregeling van Euronext werd aanvankelijk uitgevoerd door haar “eigen” ondernemingspensioenfonds, Mercurius.
Saillant detail: Mercurius was ook het pensioenfonds van toezichthouders AFM en DNB. Er was sprake van een indexatie-perspectief. Deelnemers, gewezen deelnemers (ook wel ‘slapers’ genoemd) en gepensioneerden hadden een vooruitzicht op indexatie van hun pensioen. Een waardevast pensioen betekent dat de koopkracht van het pensioen door indexaties wordt gehandhaafd en dus dat het pensioen niet door inflatie wordt uitgehold. Vanaf 2014 wordt de pensioenregeling van Euronext uitgevoerd door pensioenverzekeraar Delta Lloyd (DL). DL heeft de in Mercurius opgebouwde aanspraken overgenomen, evenwel onder uitsluiting van de indexatie.
Hof Amsterdam oordeelde dit voorjaar dat het niet zó kon zijn dat (oud-) medewerkers van Euronext hun indexatieperspectief hadden verloren. Het hof baseerde zijn oordeel met name op de juridische formulering van de indexatie in het pensioenreglement, de aard van de financiering daarvan, de wijze van uitvoering en de communicatie. Kortom, ook in de Euronext zaak blijkt weer hoe verschrikkelijk nauw deze aspecten luisteren.
Ook betrokken bij een overname of bij fusies, óók internationaal, bel of mail gerust Bart Jan vrijblijvend.
Verplichte deelneming of niet?
Iedereen die een bedrijf met medewerkers start of overneemt, krijgt er vaak mee te maken: verplichte deelneming van het bedrijf van de werkgever aan een pensioenregeling voor de sector. Bijv. een bouwbedrijf met werknemers moet verplicht bij het bedrijfspensioenfonds voor de bouw zijn aangesloten. Dit kan ook spelen als de bedrijfsactiviteiten wijzigen.
Verplichte deelname of niet, daaraan verandert het recent gesloten Pensioenakkoord niets. Het systeem dat in de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000 is vastgelegd, blijft onverkort van kracht. Het is belangrijk om de impact van verplichte deelneming in kaart te brengen wanneer u (of uw klanten?) een bedrijf met medewerkers start, overneemt, of als de bedrijfsactiviteiten wijzigen.
Hoe bepaalt men als werkgever het financiële belang van problemen verplichte deelnemen? Hebben uw medewerkers ter zake inspraak? Hoe verkrijgt men als ondernemer rechtszekerheid van een bedrijfstakpensioenfonds dat c.q. indien er geen sprake is van verplichte aansluiting? Wat als uw bedrijf per ongeluk of expres reeds jaren geleden had moeten zijn aangesloten? Wanneer geldt mogelijke vrijstelling van verplichte deelneming? Hoever reikt de terugwerkende kracht ten aanzien van het wettelijke verhaals- en beslagrecht van een bedrijfstakpensioenfonds?
Ook zo’n zaak? Bel of mail Bart Jan ook voor het beantwoorden van vragen over verplichte deelneming aan een pensioenregeling.
Een misvatting is dat het recentelijke gesloten Pensioenakkoord de zgn. ‘RVU’-toets voor ontslagvergoedingen zal doen vervallen. De RVU-regels is een fiscaal verbod op vroegpensionering, op VUT en op andere VUT-achtige regelingen. Dus geen inkomensvoorzieningen ter overbrugging van de een periode vóór de ingangsdatum van de AOW; iedereen moet doorwerken tot zijn / haar AOW.
“RVU” staat voor regeling voor vervroegde uittreding (art. 32ba Wet LB). Een ontslagvergoeding kan bij oudere werknemers het karakter van een regeling voor vervroegde uittreding hebben. Is daarvan sprake, dan krijgt de werkgever een fiscale boete ter grootte van 52% van de waarde van het vroegpensioen of VUT-achtige regeling.
Aldus is de hierboven bedoelde misvatting zeker niet onlogisch. Immers, het Pensioenakkoord wil eerdere pensionering voor zware beroepen niet langer meer sanctioneren. Een vroegpensioen ad maximaal € 19.000 bruto per jaar met een duur van maximaal drie jaar vóór ingang van iemands AOW wordt in het akkoord toegestaan. Iedereen kan gebruik maken van die regeling. De link met zware beroepen zit hem in de hoogte van de grens van € 19.000 per jaar. Bedoelde link is volgens de opstellers van het akkoord dat mensen met een zwaar beroep een laag inkomen zouden hebben. Hoe dan ook, ten aanzien van een ontslagvergoeding blijven verder de RVU-regels incl. de kwalitatieve en kwantitatieve vrijstellingen onverkort van toepassing.
Ook zo’n zaak? Bel of mail Bart Jan gerust voor een toetsing en / of onderbouwing.