Nieuwsbrief Maart 2021
Einde van een dienstverband via een “VSO”? Leg dan ook meteen bijzondere afspraken over pensioen goed vast.
De vorige nieuwsbrief (klik hier) ging over het nieuwe pensioenstelsel 2022 en de vraag welke werkgevers zo spoedig mogelijk in actie moeten komen. Deze nieuwsbrief gaat in op het beëindigen van een dienstverband door middel van een zogenaamde vaststellingsovereenkomst.
Er zijn namelijk verschillende manieren waarop een lopende arbeidsovereenkomst kan eindigen. Eén daarvan is dat werkgever en werknemer samen overeenkomen dat het dienstverband eindigt. De bijbehorende afspraken die zij over de beëindiging van het dienstverband maken, worden dan in een “vaststellingsovereenkomst” (“VSO”) opgenomen.
De pensioenparagraaf in een VSO
Bij echtscheiding is een pensioenparagraaf in een echtscheidingsconvenant (vrij) standaard. Echter, in een VSO ter beëindiging van een dienstverband is een pensioenparagraaf niet standaard het geval. Dat hoeft ook niet altijd. Bijvoorbeeld indien er sprake is van een werkgever die verplicht is aangesloten bij een bedrijfstakpensioenfonds zonder enige aanvullingen daarop van de werkgever.
Maar soms is het juist wel wenselijk of zelfs nodig om in de VSO ook een aparte paragraaf over bepaalde pensioenzaken op te nemen, zoals:
-onduidelijke en/of niet (goed) vastgelegde pensioenafspraken. In deze categorie horen bijv. ook de (sluimerende) pensioenafspraken die de werknemer extra / expliciet opnieuw geborgd wenst te zien;
-bijzondere afspraken over een recente overgang van een oude naar nieuwe regeling (overgangsrecht);
-compensatie vervallen voorwaardelijk VPL1 pensioen;
-ziekte en arbeidsongeschiktheid;
-evt. voortzetting van pensioenopbouw;
-het direct vervallen van bepaalde soorten partner- en wezenpensioen en/of arbeidsongeschiktheidspensioen;
-vergoeding bepaalde pensioenschade;
-evt. pensioenalternatieven voor de transitievergoeding;
-een zgn. RVU – voorbehoud (zie hieronder); en/of
-finale kwijting ter zake van de uitvoering van het tot datum uitdiensttreding opgebouwde pensioen.
Veel van deze onderwerpen beschermen niet alleen de werknemer, maar behoeden ook juist de werkgever via finale kwijting voor geschillen na einde dienstverband.
Nieuw: RVU tijdelijke drempelvrijstelling 2021
In basis geldt een fiscale 52% boete voor werkgevers over ontslagvergoedingen. Dit is de zogenaamde “RVU”2. Gelukkig zijn reeds bij invoering van de RVU in 2006 bepaalde vrijstellingen bedacht. Er gelden namelijk bepaalde kwalitatieve en kwantitatieve vrijstellingen waardoor er toch geen boete verschuldigd is.
En vanaf dit jaar, dus 2021, is er voor de RVU de tijdelijke drempelvrijstelling3 van drie jaar ca. € 20.000 per jaar bijgekomen.
Dit wordt ook wel de “bedrijfs – AOW” genoemd en de bedoeling van deze nieuwe vrijstelling is om deze te combineren met vervroegd pensioen.
Verder gelden er binnen de RVU samenloop resp. anti – cumulatie bepalingen voor wat betreft uitkeringen van UWV.
De RVU tijdelijke drempelvrijstelling is soms te combineren met de zgn. MDIEU4 – subsidieregeling voor werkgevers.
Tot slot: deze tijdelijke drempelvrijstelling loopt in 2025 weer af.
Vandaar “tijdelijk”.
Mochten partijen in hun situatie qua RVU-vrijstelling niet helemaal zeker van hun zaak zijn, dan kan de werkgever bij de Belastingdienst een goedkeurende beschikking aanvragen.
Graag begeleid ik partijen hierin, samen met hun advocaat.
Neem vrijblijvend gerust contact met ons op:
Formulier website of 010 – 529 05 66.
Mr. Bart Jan van Miltenburg
Onafhankelijk pensioendeskundige met ruim 25 jaar ervaring.
1 Wet afschaffing Vut en Prepensioen en introductie Levensloopregeling (2006)
2 Regeling van vervroegde uittreding – verbod op verkapte VUT achtige regelingen
4 Verwijzing naar MDIEU – link naar Min. Soc. Zaken.
Op bovenstaande nieuwsbrief is een disclaimer van toepassing.